Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zie, [4]Assur was [5]een ceder op den Libanon, schoon van takken, [6]schaduwachtig van loof, en hoog van [7]stam, en zijn top was tussen dichte takken. 4. Dat is, de koning van Assyrie. 5. Dat is, was gelijk een cederboom; door deze ganse figuurlijke rede wordt beduid de grootheid, heerlijkheid en macht der Assyrische monarchie. Zie Richt.9:15; vergelijk Ps.80:11; boven hfdst.17 vs.3,22,23; Dan.4:10, enz. 6. Of, schaduwende, schaduw makende, [met zijne] struiken, of takken; idem een schaduwmakend woud, of bos, alzo het Hebreeuwse woord de betekenis heeft van woud en struiken, takken, of loof. 7. Gelijk boven hfdst.17 vs.6.